2.GR - Aanpassing reglement deontologische code van de mandatarissen (gemeente) - deontologische commissie.


Aanwezig: Werner Timmermans , Ernie Kasprzak , Nick Van Extergem, Yannick Rombauts, Wendy Dyck, Suzanna Van heugten, Roger Janssens, Rina Van Looy, Peter Gysbrechts, Peter De Vooght, Paul Van Hoof, Nick Vercammen, Mieke Fransen, Maarten Op de beeck, Katia Lepée, Joris Casteels, Jeroen De Cuyper, Inne De Wachter, Ingrid Aerts, Inge De Bie, Greta Van Asbroeck, Glenn Smets, Christiaan Van Tongelen, Chris De Veuster, Bert Rousseau, Alfons Vekemans,

Toelichting

Alle steden en gemeenten in Vlaanderen zijn vanaf maart 2023 verplicht om een deontologische commissie op te richten. Die ziet toe op de verantwoordelijke invulling van de lokale politieke mandaten.

De deontologische code regelt de bevoegdheid van de deontologische commissie. De commissie gaat na over welke mandataris er een melding gemaakt wordt en in welke hoedanigheid.

De gemeenteraad en de raad voor maatschappelijk welzijn richten elk een eigen deontologische commissie in: één voor de gemeenteraad en één voor de raad voor maatschappelijk welzijn.

Als de deontologische commissie een onderzoek naar een inbreuk op de deontologische code afrondt, brengt ze de gemeenteraad of de raad voor maatschappelijk welzijn op de hoogte van dat onderzoek en van haar advies of uitspraak. 

De deontologische commissie kan geen tuchtmaatregelen of blaam opleggen.

De bevoegdheden van de deontologische commissie worden bepaald in de deontologische code. De besprekingen binnen de deontologische commissie kunnen bijvoorbeeld leiden tot: 

  • een advies of aanbeveling aan de raad over de aanvulling of wijziging van de deontologische code
  • een advies over een casus aan het lokaal bestuur op vraag van dat lokaal bestuur
  • vaststellingen over het gedrag van een mandataris en of dat al dan niet overeenstemt met de deontologische code van het orgaan waarvan die deel uit maakt
  • sensibiliseringsvoorstellen aan het lokaal bestuur over deontologie en integriteit
  • een uitspraak van afkeuring ten aanzien van bepaalde gedragingen
  • de overdracht van meldingen aan het parket
  • een dossier met de bevindingen van de commissie overmaken aan de Vlaamse regering zodat die een tuchtonderzoek kan instellen en de betrokken burgemeester, schepen, voorzitter van de gemeenteraad, voorzitter van het vast bureau, lid van het vast bureau of voorzitter van het bijzonder comité voor de sociale dienst kan schorsen of afzetten wegens kennelijk wangedrag of grove nalatigheid. 

De deontologische commissie kan zelf een einduitspraak doen of dossiers overmaken aan de minister of het parket. Het is ook mogelijk dat de deontologische commissie alleen advies verleent aan de gemeenteraad of de raad voor maatschappelijk welzijn en dat die raad de einduitspraak doet en dossiers overmaakt aan minister of parket. Die keuze behoort tot de autonomie van het lokaal bestuur.

​Het is dus aangewezen om de  de deontologische code aan te passen (de wijzigingen en aanvullingen situeren zich vanaf  afdeling  "Naleving en handhaving van de deontologische code "  artikel 28 - artikel 35)

Juridisch kader

Decreet over het lokaal bestuur 

Financieel kader

N.v.t.​

Beslissing

Stemming
14 ja-stemmen: Gysbrechts P. - Timmermans W. - Vekemans A. - Van Looy R. - Vercammen N. - De Bie I. - Van Heugten S. - Van Tongelen C. - Aerts I. - Van Hoof P. - Van Extergem N. / De Cuyper J. - Rousseau B. / De Vooght P. 
11 nee-stemmen: Janssens R. - De Veuster C. - Van Asbroeck G. - Fransen M. - Rombauts Y. - De Wachter I. - Op de Beeck M. - Smets G. - Dyck W. - Lepée K. - Casteels J.

Artikel 1:
De deontologische code van de mandatarissen (gemeente) aan te passen als volgt:

​“Artikel 1
De deontologische code is van toepassing op de lokale mandatarissen. 
Voor de gemeente worden hieronder begrepen:
  •   de voorzitter van de gemeenteraad
  •   de gemeenteraadsleden,
  •   de burgemeester,
  •   de schepenen.

Lokale mandatarissen die namens de gemeente andere mandaten bekleden, zijn in die hoedanigheid eveneens ertoe gehouden de bepalingen van de deontologische code na te leven. Dit geldt zowel voor de mandaten die rechtstreeks in verband staan met hun ambt als voor alle hiervan afgeleide mandaten. Indien een mandaat namens de gemeente wordt opgenomen door een extern persoon, dus niet vermeld onder de eerste paragraaf van dit artikel, zal bij diens aanstelling gevraagd worden deze deontologische code te onderschrijven. Zij zullen er tevens over waken dat zij, ook buiten het kader van deze mandaten, geen dienstverlenende activiteiten ontplooien die afbreuk doen aan de eer en de waardigheid van hun ambt.

Belangenvermenging en de schijn ervan

Artikel 2
Een lokale mandataris mag zijn/haar invloed en stem niet gebruiken voor het eigen persoonlijk belang. Dat mag ook niet voor het persoonlijk belang van een ander persoon of het belang van een organisatie bij wie hij/zij een directe of indirecte betrokkenheid heeft.

Artikel 3
Een lokale mandataris gaat actief en uit zichzelf alle vormen van belangenvermenging tegen. Een lokale mandataris neemt geen deel aan de bespreking en de stemming wanneer er sprake is van een beslissing waarbij belangenvermenging speelt.

Artikel 4
Een lokale mandataris beseft dat mogelijke belangenvermenging niet beperkt is tot de bespreking en stemming. Daarom zorgt een lokale mandataris dat er ook geen enkele beïnvloeding is tijdens de andere fases van het besluitvormingsproces.

Artikel 5
Een lokale mandataris zorgt dat bij contacten met de burger nooit de schijn gewekt wordt dat particuliere belangen begunstigd (kunnen) worden.

Artikel 6
Een lokale mandataris mag de in artikel 10 van het Decreet Lokaal Bestuur genoemde functies niet uitoefenen.

Artikel 7
Een lokale mandataris mag de in artikel 27 §2 van het Decreet Lokaal Bestuur genoemde overeenkomsten en handelingen niet aangaan.

Artikel 8
Een lokale mandataris meldt aan de algemeen directeur wanneer hij/zij substantiële financiële belangen heeft (bijvoorbeeld aandelen of opties) in een onderneming waarmee de gemeente zaken doet of waarin de gemeente een belang heeft.

Corruptie en de schijn ervan.

Artikel 9
Een lokale mandataris mag zijn/haar invloed en stem niet laten kopen of beïnvloeden door geld, goederen, diensten of andere gunsten die hem/haar gegeven of beloofd werden.

Artikel 10
Een lokale mandataris moet actief en uit zichzelf de schijn van corruptie tegengaan.

Het aannemen van geschenken

Artikel 11
Een lokale mandataris neemt geen geschenken aan die hem/haar door zijn/haar functie worden aangeboden. Eventueel uitgezonderd zijn de incidentele, kleine attenties waarbij de schijn van corruptie en beïnvloeding minimaal is.

Het aannemen van uitnodigingen (voor bijvoorbeeld diners of recepties)

Artikel 12
Een lokale mandataris accepteert uitnodigingen (lunches, diners, recepties en andere) die door anderen betaald of gefinancierd worden enkel wanneer aan alle onderstaande voorwaarden voldaan wordt:
  • De uitnodiging behoort tot de uitoefening van het raadswerk.
  • De aanwezigheid kan worden beschouwd als functioneel (protocollaire taken, formele vertegenwoordiging van de gemeente).
  • De schijn van corruptie of beïnvloeding is minimaal.


Het accepteren van reizen, verblijven en werkbezoeken

Artikel 13
Een lokale mandataris accepteert werkbezoeken, waarbij reis- en verblijfkosten door anderen betaald worden alleen bij hoge uitzondering. De invitatie kan alleen geaccepteerd worden wanneer het bezoek aantoonbaar van belang is voor de gemeente en de schijn van corruptie of beïnvloeding minimaal is. 

Artikel 14
Een lokale mandataris houdt zich aan de regels die vastgelegd zijn over het gebruik van faciliteiten en middelen van het lokaal bestuur.

Artikel 15
Een lokale mandataris houdt zich aan de regels die vastgesteld zijn voor het gebruik van interne voorzieningen die voor het raadswerk worden voorzien zoals opgenomen in het huishoudelijk reglement.

Artikel 16
Een lokale mandataris houdt zich aan de regels over onkostenvergoedingen zoals vastgesteld in het huishoudelijk reglement.

Omgaan met informatie

Artikel 17
De gemeenteraad werkt onder het principe van principiële openbaarheid. Zij ziet erop toe dat het college van burgemeester en schepenen alle relevante informatie aangaande dossiers, stukken en akten openbaar toegankelijk maakt.

Artikel 18
Een lokale mandataris communiceert eerlijk over de redenen en motieven op basis waarvan hij/zij individueel gestemd heeft. Daarnaast communiceert een lokale mandataris eerlijk over de reden en motieven op basis waarvan de raad als geheel de beslissing genomen heeft.

Artikel 19
Een lokale mandataris is gebonden aan het beroepsgeheim wanneer hij/zij door de functie van lokale mandataris kennis krijgt van geheimen die door personen aan de gemeente zijn toevertrouwd. Bekendmaking van deze geheimen is verboden, behalve wanneer de wet de openbaring oplegt of mogelijk maakt.

Artikel 20
Naast het strenge beroepsgeheim geldt eveneens een geheimhoudingsplicht voor lokale mandatarissen. Deze plicht beschermt wat besproken wordt tijdens een besloten vergadering (feiten, meningen, overwegingen…).

Artikel 21
Een lokale mandataris heeft een algemene discretieplicht. Hij/zij gaat op discrete en voorzichtige wijze om met de informatie die hem/haar toekomt in de uitoefening van zijn/haar functie.

Artikel 22
Een lokale mandataris gebruikt de informatie die hij/zij kreeg door de uitoefening van zijn/haar functie enkel voor zijn/haar raadswerk en niet voor zijn/haar persoonlijk belang of voor het persoonlijk belang van anderen.

Artikel 23
Een lokale mandataris maakt brieven niet openbaar en stuurt e-mails niet door wanneer het niet zeker is dat de afzender daarmee zou instemmen. Bij twijfel over de bedoeling van de afzender wordt de expliciete toestemming gevraagd. Onderlinge omgang en afspraken over vergaderingen

Artikel 24
Raadsleden gaan respectvol om met elkaar, de leden van het college en de personeelsleden van de gemeente.

Artikel 25
Raadsleden richten zich tot elkaar, de leden van het college, de algemeen directeur en de andere personeelsleden op een correcte wijze en dit zowel verbaal, non-verbaal als schriftelijk, inclusief de elektronische communicatie.

Artikel 26
Lokale mandatarissen houden zich tijdens vergaderingen van de politieke organen aan het huishoudelijk reglement en volgen de aanwijzingen van de voorzitter hierover op.

Artikel 27
Lokale mandatarissen onthouden zich in het openbaar, dus ook in openbare raads- en commissievergaderingen, van negatieve uitlatingen over individuele personeelsleden.

Naleving en handhaving van de deontologische code

Artikel 28
De gemeenteraad stelt regels op over het omgaan met de deontologische code en mogelijke schendingen ervan.

Artikel 29
De gemeenteraad ziet erop toe dat de fracties en de individuele lokale mandatarissen volgens de deontologische code handelen.
Er zijn verschillende fasen te onderscheiden die spelen bij het toezien op de naleving van de deontologische code, namelijk:
-het voorkomen van mogelijke schendingen;
-het signaleren van vermoedens van schendingen van de deontologische code;
-het eventueel onderzoeken van vermoedens van schendingen van de deontologische code;
-het eventueel zich uitspreken over schendingen van de deontologische code

Artikel 29bis​
§1 De gemeenteraad richt een deontologische commissie op (hierna commissie genoemd) die wordt samengesteld, zoals bepaald in §3.

§2 De commissie onderzoekt de meldingen en klachten over vermeende schendingen van de deontologische code van de gemeente door personen zoals vermeld in artikel 1 van deze code, voor zover zij op het moment van de melding of klacht effectief nog in functie zijn.

§3 De commissie wordt voorgezeten door de voorzitter van de gemeenteraad. Deze maakt automatisch deel uit van de commissie.
Elke fractie waaruit de gemeenteraad is samengesteld, beschikt daarnaast over één vertegenwoordiger in de commissie (exclusief de voorzitter). Zowel raadsleden als niet-raadsleden kunnen worden voorgedragen als lid van de commissie. Deze leden worden voorgedragen vanuit de fracties.

§4 Voor elk voorgedragen lid dragen de fracties ook een plaatsvervanger voor. De gemeenteraad duidt de plaatsvervangers aan. De akten van voordracht wordt bezorgd aan de voorzitter van de gemeenteraad uiterlijk 8 dagen voor de vergadering van de gemeenteraad waarop de verkiezing van de leden van de commissie staat.

§ 5 De modaliteiten betreffende de werking van de commissie worden opgenomen in het huishoudelijk reglement van de commissie dat door de gemeenteraad wordt goedgekeurd. ​

Het voorkomen van mogelijke schendingen
Artikel 30
Wanneer een lokale mandataris twijfelt of een handeling die hij/zij wil verrichten een overtreding van de code zou kunnen zijn, wint het lid hierover advies in bij de algemeen directeur of het personeelslid dat door de algemeen directeur daartoe werd aangewezen.

Artikel 31
Wanneer een lokale mandataris twijfelt over een nog niet uitgevoerde handeling van een andere lokale mandataris, dan waarschuwt hij/zij die persoon. De lokale mandataris verwoordt de twijfels en verwijst de betrokkene zo nodig door naar de algemeen directeur of het personeelslid dat door de algemeen directeur daartoe werd aangewezen.

Het signaleren van vermoedens van schendingen

Artikel 32
Wanneer een lokale mandataris vermoedt dat een regel van de deontologische code is overtreden door een andere lokale mandataris, dan kan hij/zij hiervan melding van maken bij de 
deontologische commissie.  Deze melding dient schriftelijk te gebeuren, hetzij via e-mail aan de voorzitter en de secretaris van de deontologische commissie. De voorzitter van de deontologische commissie roept de commissie bijeen cfr. het huishoudelijk reglement.

Het onderzoeken van vermoedens van schendingen

Artikel 33
​De deontologisch commissie is bevoegd voor het onderzoeken van vermoedens van schendingen. 

Artikel 34
De commissie onderzoekt de meldingen over vermeende schendingen van deze deontologische code. Minstens wordt de lokale mandataris of externe vertegenwoordiger gehoord.
Deze kunnen er ook voor kiezen om een schriftelijke verklaring af te leggen. 
Hierbij dient de commissie proportioneel te zijn in de beoordeling: de aard van de schending en de context waarbinnen de schending heeft plaatsgevonden spelen een belangrijke rol. 

Het zich uitspreken over schendingen van de deontologische code  

Artikel 35​
De deontologische commissie spreekt zich uit met betrekking tot schendingen van de bepalingen van deze deontologische code.  
Hierbij dient de deontologische commissie proportioneel te zijn in de beoordeling: de aard van de schending en de context waarbinnen de schending heeft plaatsgevonden spelen een belangrijke rol. 
In voorkomende gevallen kan de deontologische commissie dossiers overmaken aan de minister of het parket.

Algemene bepalingen

Artikel 36
De lokale mandatarissen zullen voor de omschrijving van hun dienstverlenende activiteiten geen termen gebruiken die verwarring kunnen scheppen met officiële, door de overheden ingestelde instanties belast met het verstrekken van informatie of met de behandeling van klachten. Het gebruik van de termen ‘ombuds’, ‘klachtendienst’ en andere afleidingen of samenstellingen is verboden.

Artikel 37
De lokale mandatarissen maken in hun verkiezingscampagnes en -mailings die gericht zijn op individuen geen melding van de diensten die zij eventueel voor de betrokkenen hebben verricht. In geen geval mogen zij de indruk wekken dat zij om steun vragen in ruil voor bewezen diensten.

Artikel 38
Bij hun optreden op en buiten het lokale bestuursniveau en in hun contacten met individuen, groepen, instellingen en bedrijven, geven de lokale mandatarissen principieel voorrang aan het algemeen boven het particulier belang.

Artikel 39
Elke vorm van rechtstreekse dienstverlening, informatiebemiddeling, doorverwijzing of begeleiding gebeurt zonder enige materiële of geldelijke tegenprestatie van welke aard of omvang ook en mag geen vorm van cliëntenwerving inhouden.

Artikel 40
De lokale mandatarissen staan op dezelfde gewetensvolle manier ten dienste van alle burgers zonder onderscheid van geslacht, huidskleur, afstamming, sociale stand, nationaliteit, filosofische en/of religieuze overtuiging, ideologische voorkeur of persoonlijke gevoelens.

Informatiebemiddeling

Artikel 41​
Het behoort tot de wezenlijke taken van de lokale mandataris informatie te ontvangen en te verstrekken, in het bijzonder over de diensten die instaan voor informatieverstrekking en over de manier waarop de burger zelf informatie kan opvragen in het kader van de openbaarheid van bestuur.

Artikel 42​
De lokale mandatarissen stellen informatie ter beschikking van de burger met betrekking tot de werking van de ombudsdiensten en van de diensten die instaan voor de behandeling van klachten over het optreden of het niet-optreden van de overheid.

Artikel 43​
Informatie waarop de vraagsteller geen recht heeft, die de goede werking van de administratie kan doorkruisen of die de privacy van anderen in het gedrang kan brengen, mogen door de lokale mandatarissen niet worden doorgegeven.

Artikel 44​
De lokale mandatarissen verwijzen de vragensteller, waar mogelijk, naar de bevoegde administratieve dienst(en). Waar het gaat om de behandeling van klachten en/of conflicten, worden de belanghebbenden in eerste instantie doorverwezen naar de bevoegde klachten- of ombudsdienst.

Administratieve begeleiding en ondersteuning

Artikel 45​
De lokale mandatarissen kunnen de burgers ondersteunen en begeleiden in hun relatie met de administratie of met de betrokken instanties. Zij kunnen de burgers helpen om, via de daartoe geëigende kanalen en procedures, een aanvraag te richten tot de overheid, informatie te verkrijgen over de stand van zaken in een dossier, daarover nadere uitleg en toelichting te vragen en vragen te stellen over de administratieve behandeling van dossiers.

Artikel 46​
Bij de administratieve begeleiding en ondersteuning van de burgers respecteren de lokale mandatarissen de onafhankelijkheid van de diensten en van de personeelsleden, de objectiviteit van de procedures en de termijnen die als redelijk moeten worden beschouwd voor de afhandeling van soortgelijke dossiers.

Artikel 47​
De briefwisseling met de overheid, gevoerd in het kader van de administratieve begeleiding en ondersteuning, wordt uitsluitend op naam van de burger gesteld. Er wordt op geen enkele wijze melding gemaakt van de begeleidende en ondersteunende rol van de lokale mandataris.

Begunstigingstussenkomsten

Artikel 48​
Begunstigingstussenkomsten zijn tussenkomsten waarbij de lokale mandataris zijn voorspraak aanwendt om de afloop of het resultaat van een zaak of van een dossier te beïnvloeden in de door de belanghebbende burger gewenste zin. Dergelijke tussenkomsten zijn verboden.

Artikel 49
Tussenkomsten bij selectievoerende instanties, die tot doel hebben het verhogen van kansen op benoeming, aanstelling en bevordering in de administratie, zijn verboden. Lokale mandatarissen die om steun gevraagd worden door of voor kandidaten die een functie, aanstelling of bevordering ambiëren, delen betrokkene mee dat de aanstelling, de benoeming of de bevordering gebeurt op basis van de geldende normen en procedures. Zij verwijzen de belanghebbende naar de bevoegde dienst of instantie.

Artike50
Lokale mandatarissen mogen occasioneel en op eigen initiatief personen aanbevelen bij werkgevers in de particuliere sector. Ze mogen geen enkele tegenprestatie, van welke aard ook, beloven of leveren aan de betrokken werkgevers.

Artikel 51
De volgende handelingen worden niet beschouwd als tussenkomsten die in het administratief dossier dienen te worden opgenomen: louter informatieve vragen van algemene of technische aard vragen en/of tussenkomsten van uitvoerende mandatarissen in het kader van hun functionele en hiërarchische relaties ten aanzien van de behandelende personeelsleden of diensten.”

Artikel 2: 
Het reglement treedt in voege met onmiddellijke ingang en heft alle voorgaande reglementen, inzake dezelfde materie. Het wordt bekendgemaakt overeenkomstig artikels 285, 286, inzonderheid § 1, 1° van het Decreet Lokaal Bestuur.

Artikel 3: 
het College van Burgemeester en Schepenen te gelasten met de verdere afhandeling van onderhavige beslissing (secretariaat= dossierbeheerder).


Stemmingen

Aanwezig: Nick Van Extergem ( ), Yannick Rombauts ( Gemeenteraadslid ), Wendy Dyck ( Gemeenteraadslid ), Suzanna Van heugten ( Gemeenteraadslid ), Roger Janssens ( Gemeenteraadslid ), Rina Van Looy ( Gemeenteraadslid ), Peter Gysbrechts ( Gemeenteraadslid ), Peter De Vooght ( Gemeenteraadslid ), Paul Van Hoof ( Gemeenteraadslid ), Nick Vercammen ( Gemeenteraadslid ), Mieke Fransen ( Gemeenteraadslid ), Maarten Op de beeck ( Gemeenteraadslid ), Katia Lepée ( Gemeenteraadslid ), Joris Casteels ( Gemeenteraadslid ), Jeroen De Cuyper ( Gemeenteraadslid ), Inne De Wachter ( Gemeenteraadslid ), Ingrid Aerts ( Gemeenteraadslid ), Inge De Bie ( Gemeenteraadslid ), Greta Van Asbroeck ( Gemeenteraadslid ), Glenn Smets ( Gemeenteraadslid ), Christiaan Van Tongelen ( Gemeenteraadslid ), Chris De Veuster ( Gemeenteraadslid ), Bert Rousseau ( Gemeenteraadslid ), Alfons Vekemans ( Gemeenteraadslid ),