3.RMW - Wijziging huishoudelijk reglement raad voor maatschappelijk welzijn n.a.v. implementatie nieuw notuleringssysteem.


Aanwezig: Werner Timmermans , Ernie Kasprzak , Yannick Rombauts, Wendy Dyck, Suzanna Van heugten, Alfons Vekemans, Bert Rousseau, Chris De Veuster, Christiaan Van Tongelen, Dirk Schoovaerts, Glenn Smets, Greta Van Asbroeck, Inge De Bie, Ingrid Aerts, Inne De Wachter, Jeroen De Cuyper, Katia Lepée, Maarten Op de beeck, Mieke Fransen, Nick Vercammen, Peter Gysbrechts, Rina Van Looy, Roger Janssens,
Verontschuldigd: Joris Casteels, Paul Van Hoof, Peter De Vooght,

Toelichting

Conform artikel 38 van het decreet lokale besturen stelde de Raad voor maatschappelijk welzijn in zitting van 14 februari 2019 het huishoudelijk reglement vast voor de legislatuur 2019-2024.
Naar aanleiding van o.a. de implementatie van een nieuw notuleringssysteem wordt het vigerende reglement geüpdatet. Het huishoudelijk reglement van de gemeenteraad en van de raad voor maatschappelijk welzijn worden op elkaar afgestemd. ​

Juridisch kader

Decreet over het lokaal bestuur 
​Huishoudelijk reglement raad voor maatschappelijk welzijn 14 februari 2019​

Financieel kader

N.v.t.​

Beslissing

​met 12 stemmen voor (Gysbrechts P. - Timmermans W. - Vekemans A. - Van Looy R. - Vercammen N. - De Bie I. - Van Heugten S. - Schoovaerts D. - Van Tongelen C. - Aerts I. / De Cuyper J. - Rousseau B.) en met 10 onthoudingen (Janssens R. - De Veuster C. - Van Asbroeck G. - Fransen M. - Rombauts Y. - De Wachter I. - Op de Beeck M. - Smets G. - Dyck W. - Lepée K.)

Artikel 1:
Het huishoudelijkreglement van de ​raad voor maatschappelijk welzijn wordt als volgt gewijzigd:

"Huishoudelijk reglement van de raad voor maatschappelijk welzijn

Bijeenroeping

Artikel 1

§1. De raad voor maatschappelijk welzijn vergadert zo dikwijls als de zaken die tot zijn bevoegdheid behoren het vereisen en ten minste tienmaal per jaar.

§ 2. De voorzitter van de raad voor maatschappelijk welzijn beslist tot bijeenroeping van de gemeenteraad en stelt de agenda van de vergadering op.

De voorzitter kan de gemeente- en de raad voor maatschappelijk welzijn bijeenroepen door een gezamenlijke oproeping met als bedoeling de vergaderingen aansluitend te laten doorgaan.  Hierbij stelt de voorzitter voor gemeente en OCMW duidelijk onderscheiden agenda’s op.

§ 3. De oproeping wordt verzonden via e-mail, deze wordt automatisch verzonden vanuit de vergadertoepassing. De e-mail bevat een link naar het vergaderportaal waar de agenda, alsook de dossiers die betrekking hebben op de agenda, digitaal ter beschikking worden gesteld.

§ 4. De voorzitter van de raad voor maatschappelijk welzijn  moet de raad voor maatschappelijk welzijn bijeenroepen op verzoek van:

1° een derde van de zitting-hebbende leden;

2° een vijfde van de zitting-hebbende leden als zes weken na de datum van de vorige raad voor maatschappelijk welzijn nog geen bijeenroeping is gebeurd. De periode van zes weken wordt geschorst van 11 juli tot en met 15 augustus;

3° het college van burgemeester en schepenen;

4° de burgemeester voor zover het verzoek uitsluitend betrekking heeft op de eigen bevoegdheden van de burgemeester.

In hun schriftelijke aanvraag aan de algemeen directeur moeten de aanvragers de agenda vermelden, met voor elk punt een toegelicht voorstel van beslissing, en de datum en het uur van de beoogde vergadering.

De algemeen directeur bezorgt vervolgens de voorstellen aan de voorzitter van de raad voor maatschappelijk welzijn. Deze aanvraag moet ingediend worden, zodanig dat de voorzitter de oproepingstermijnen bepaald in art. 2 van dit reglement, kan nakomen.

De voorzitter roept de vergadering bijeen op de voorgestelde datum en het aangewezen uur en met de voorgestelde agenda.

Artikel 2

§ 1. De oproeping (of gezamenlijke oproeping) wordt tenminste acht dagen vóór de dag van de vergadering bezorgd aan de leden voor de raad van maatschappelijk wezlijn.

In spoedeisende gevallen kan gemotiveerd van deze oproepingsperiode worden afgeweken.

§ 2.  De oproeping vermeldt in elk geval de plaats, de dag, het tijdstip en de agenda van de vergadering en bevat een toegelicht voorstel van beslissing bij elk agendapunt. De agendapunten moeten voldoende duidelijk omschreven zijn.


Per type vergadering ontvangt het raadslid een afzonderlijke oproeping vanuit de vergadertoepassing.

Artikel 3

§ 1. Leden van de raad voor maatschappelijk welzijn kunnen uiterlijk vijf dagen vóór de vergadering punten aan de agenda van de raad voor maatschappelijk welzijn toevoegen. Hiertoe bezorgen ze hun toegelicht voorstel van beslissing aan de algemeen directeur, die de voorstellen bezorgt aan de voorzitter van de raad voor maatschappelijk welzijn. Noch een lid van het college van burgemeester en schepenen, noch het college als orgaan, kan van deze mogelijkheid gebruik maken.

§ 2. De algemeen directeur deelt de aanvullende agendapunten zoals vastgesteld door de voorzitter van de raad voor maatschappelijk welzijn  de eerst volgende werkdag mee aan de leden van de raad voor maatschappelijk welzijn, samen met de bijbehorende toegelichte voorstellen.

Openbare of besloten vergadering

Artikel 4

§ 1. De vergaderingen van de raad voor maatschappelijk welzijn zijn in principe openbaar.

§ 2. De vergadering is niet openbaar als:

1° het om aangelegenheden gaat die de persoonlijke levenssfeer raken. Zodra een dergelijk punt aan de orde is, beveelt de voorzitter de behandeling in besloten vergadering;

2° de gemeenteraad met twee derde van de aanwezige leden en op gemotiveerde wijze beslist tot behandeling in besloten vergadering, in het belang van de openbare orde of op grond van ernstige bezwaren tegen de openbaarheid.

De vergaderingen over de beleidsrapporten (=het meerjarenplan, de aanpassingen van het meerjarenplan en de jaarrekening) zijn in elk geval openbaar.

Artikel 5

De besloten vergadering kan enkel plaatsvinden na de openbare vergadering, uitgezonderd in tuchtzaken.

Als tijdens de openbare vergadering van de gemeenteraad blijkt dat de behandeling van een punt in besloten zitting moet worden voortgezet, kan de openbare vergadering van de gemeenteraad, enkel met dit doel, worden onderbroken.

Als tijdens de besloten vergadering van de gemeenteraad blijkt dat de behandeling van een punt in openbare zitting moet gebeuren, dan wordt dat punt opgenomen op de agenda van de eerstvolgende raad voor maatschappelijk welzijn. In geval van dringende noodzakelijkheid van het punt, of in geval van de eedaflegging van een personeelslid kan de besloten zitting, enkel met dat doel, worden onderbroken.

Artikel 6

De leden van de raad voor maatschappelijk welzijn, alsmede alle andere personen die krachtens de wet of het decreet de besloten vergaderingen van de raad voor maatschappelijk welzijn bijwonen, zijn tot geheimhouding verplicht.

Informatie voor raadsleden en publiek

Artikel 7

§ 1. Plaats, dag en uur van de vergadering van de raad voor maatschappelijk welzijn en de agenda worden openbaar bekend gemaakt door publicatie op de webstek van de gemeente. Dit gebeurt uiterlijk acht dagen voor de vergadering.

Indien raadsleden punten aan agenda toevoegen, wordt de aangepaste agenda binnen de 24 uur nadat hij is vastgesteld, op dezelfde wijze bekendgemaakt.

In spoedeisende gevallen wordt de agenda uiterlijk 24 uur nadat hij is vastgesteld, en uiterlijk vóór de aanvang van de vergadering, op dezelfde wijze bekendgemaakt.

Artikel 8

§ 1. De gemeente maakt, aan iedere natuurlijke persoon en aan iedere rechtspersoon of groepering die erom verzoekt, de agenda van de raad voor maatschappelijk welzijn en de stukken die erop betrekking hebben, openbaar door er inzage in te verlenen, er uitleg over te verschaffen of er een afschrift van te overhandigen overeenkomstig de regels in verband met openbaarheid van bestuur.

§ 2. De beslissingen van de raad voor maatschappelijk welzijn worden door de burgemeester bekendgemaakt op de webstek van de gemeente zoals bepaald in art. 285 tot 287 van het decreet over het lokaal bestuur.

Artikel 9.1

§1. Het digitaal dossier bij elk agendapunt wordt ter beschikking gesteld in de vergaderbeheertoepassing en is zodanig samengesteld dat het de raadsleden moet in staat stellen om zich een gefundeerd

oordeel te vormen over het agendapunt dat ter beslissing wordt voorgelegd. Zij moeten zich op basis van de in het dossier vervatte stukken een beeld kunnen vormen van de motieven en  de achtergrond van het ter beslissing voorgelegde agendapunt.

Het dossier bestaat uit:

1) voorstellen van beslissing met opgenomen informatie:

o Toelichting (overwegend gedeelte: historiek, feitelijke context, …)

o Juridisch kader

o Financieel kader

o Voorstel van beslissing (beschikkend gedeelte, motivering, …)

2) Eventuele bijlagen en adviezen

In het vergaderportaal zal per vergadering een document raadpleegbaar zijn dat zowel de dagorde als een bundeling van alle voorstelbeslissingen omvat.

Artikel 9.2

§1 Elk ontwerp van meerjarenplan, aanpassingen van het meerjarenplan en jaarrekening, wordt op zijn minst veertien dagen vóór de vergadering waarop het ontwerp besproken wordt aan ieder lid van de raad voor maatschappelijk welzijn digitaal bezorgd via e-mail.

Fracties die hierom verzoeken kunnen maximaal twee papieren exemplaren van deze documenten ontvangen. De voorzitter van de fracties dient hiervoor telkens een afzonderlijk verzoek te richten via e-mail aan de dienst secretariaat (secretariaat@putte.be).

§2 Vanaf het ogenblik dat deze stukken bezorgd zijn aan de raadsleden, wordt aan hen ook de bijbehorende documentatie ter beschikking gesteld. Deze documentatie is vanaf dat ogenblik raadpleegbaar op de dienst secretariaat.

Artikel 9.3

Aan de raadsleden moet, op hun verzoek, door de algemeen directeur of de door hem aangewezen personeelsleden technische toelichting worden verstrekt over de stukken in de dossiers voor de vergadering van de raad voor maatschappelijk welzijn.

Onder technische toelichting wordt verstaan het verstrekken van inlichtingen ter verduidelijking van de feitelijke gegevens die in de dossiers voorkomen en van het verloop van de procedure.

De raadsleden richten hun verzoek mondeling of per e-mail aan de algemeen directeur.

Op een schriftelijk vraag wordt schriftelijk geantwoord tenzij het raadslid een mondelinge toelichting wenst. De mondelinge toelichting gebeurt tijdens de kantooruren tenzij anders wordt overeengekomen.

Artikel 9.4

Stukken uit het dossier die niet digitaal raadpleegbaar zijn, liggen van zodra de agenda is verstuurd, ter inzage bij de dienst secretariaat. Deze stukken zijn tijdens de vergadering raadpleegbaar in de raadzaal. Afschriften van grote plannen en documenten buiten formaat worden in één exemplaar aan het fractiesecretariaat bezorgd, wanneer hierom wordt verzocht. Bijkomende exemplaren worden bezorgd tegen kostprijs.
De voorzitter van de fractie dient hiervoor telkens een afzonderlijk verzoek te richten via e-mail aan de dienst secretariaat (secretariaat@putte.be).​

Artikel 9.5

§1. Indien een raadslid aanvullende informatie wenst te bekomen die niet in het dossier is opgenomen, kan het raadslid steeds het werkdossier opvragen volgens de in dit reglement vastgelegde regeling van het inzagerecht.

§2. Een raadslid dat vaststelt dat een stuk ontbreekt, verwittigt daarvan onmiddellijk de dienst secretariaat, die de nodige bijstand verleent.


Artikel 9.6

​Bij het niet functioneren van de vergaderbeheertoepassing (vb. wachtwoord vergeten, blokkering in de softwaretoepassing,…) kan een raadslid zich per e-mail ( secretariaat@putte.be) of telefonisch (015 76 78 85) richten tot de dienst secretariaat en zal er in voorkomend geval naar een oplossing worden gezocht.

Artikel 10

§ 1. De leden van de raad voor maatschappelijk welzijn hebben het recht van inzage in alle dossiers, stukken en akten, ongeacht de drager, die het bestuur van de gemeente betreffen.

§ 2. De notulen van het vast bureau worden, uiterlijk op dezelfde dag als de vergadering van het vast bureau volgend op deze waarop de notulen werden goedgekeurd, verstuurd aan de leden van de raad voor maatschappelijk welzijn. Dit gebeurt via een e-mail.

§ 3. De briefwisseling gericht aan de voorzitter van de raad voor maatschappelijk welzijn en die bestemd is voor de raad voor maatschappelijk welzijn, wordt meegedeeld aan de raadsleden.

§ 4. Alle andere documenten en dossiers dan die in artikelen 9.1 t.e.m. 9.5 en art. 10, § 2, die betrekking hebben op het bestuur van de gemeente, kunnen door de raadsleden ter plaatse geraadpleegd worden.

Het vast bureau zal de dagen en uren bepalen waarop de raadsleden deze andere documenten kunnen raadplegen.

Om het vast bureau in de mogelijkheid te stellen te onderzoeken of de gevraagde stukken of akten betrekking hebben op het bestuur van het OCMW, delen de raadsleden aan het bureau schriftelijk mee welke documenten zij wensen te raadplegen.

Aan de raadsleden wordt uiterlijk binnen acht werkdagen na de ontvangst van de aanvraag meegedeeld waar en wanneer de stukken kunnen worden ingezien

Het raadslid, dat de in deze § bedoelde stukken niet is komen raadplegen tijdens de week volgend op  het tijdstip waarop hem is meegedeeld dat ze ter inzage liggen, wordt geacht af te zien van inzage.

§ 5. De leden van de raad voor maatschappelijk wezlijn kunnen een afschrift verkrijgen van die dossiers, stukken en akten. De vergoeding die eventueel wordt gevraagd voor het afschrift, mag in geen geval meer bedragen dan de kostprijs.

De raadsleden doen hun aanvraag tot het verstrekken van een afschrift via een formulier dat hen daartoe ter beschikking wordt gesteld.

§ 6. De raad voor maatschappelijk welzijn hebben het recht de OCMW- instellingen en diensten het OCMW opricht en beheert te bezoeken.

Om het college in de mogelijkheid te stellen het bezoekrecht praktisch te organiseren, delen de raadsleden minstens acht werkdagen vooraf schriftelijk mee welke instelling zij willen bezoeken en op welke dag en welk uur.

Tijdens het bezoek van een inrichting of dienst van het OCMW mogen de raadsleden zich niet mengen in de werking. De raadsleden zijn op bezoek en gedragen zich als een bezoeker.

Artikel 11

§ 1. De leden van de raad voor maatschappelijk welzijn hebben het recht aan het vast bureau mondelinge en schriftelijke vragen te stellen. Daarvoor is geen toegelicht voorstel van beslissing nodig.

Op schriftelijke vragen van raadsleden wordt binnen de maand na ontvangst schriftelijk geantwoord.

Na afhandeling van de agenda van de openbare vergadering van de raad voor maatschappelijk welzijn kunnen de raadsleden mondelinge vragen stellen over gemeentelijke aangelegenheden, die niet op de agenda van de raad voor maatschappelijk welzijn staan. Op deze mondelinge vragen wordt ten laatste tijdens de volgende zitting geantwoord.

§2. De mondelinge vragen dienen te handelen over zaken die behoren tot een OCMW-aangelegenheid. 

Voor het stellen van een mondelinge vraag is geen toegelicht voorstel van beslissing vereist. 

Op mondelinge vragen wordt ten laatste tijdens de volgende zitting geantwoord.

De mondelinge vragen mogen niet leiden tot het maken van studies, enquêtes of opzoekingen met ernstige financiële gevolgen.

De vraagstelling moet kort zijn, evenals het daaropvolgende antwoord. Zowel vraag als antwoord mogen niet langer tijd in beslag nemen dan 5 minuten. Na dit antwoord van de burgemeester of een schepen tot wiens bevoegdheid het onderwerp van de vraag behoort, heeft de vraagsteller nog een kort repliekrecht (max. 1 min).  De burgemeester of bevoegde schepen mogen daarop nog kort antwoorden (max. 1 min).  De vraagsteller krijgt steeds het laatste woord (max. 1 min.), waarna de behandeling van de vraag als gesloten wordt beschouwd.

De vragen mogen niet bedoeld zijn om de persoonlijke intenties van de leden van het college te kennen.

Mondelinge vragen kunnen nooit aanleiding geven tot een stemming.

De mondelinge vragen maken deel uit van het zittingsverslag.​

Quorum

Artikel 12

Vooraleer aan de vergadering van de raad voor maatschappelijk welzijn deel te nemen tekenen de leden de aanwezigheidslijst.  De namen van de leden die deze lijst tekenden, worden in de notulen vermeld.

De raad voor maatschappelijk welzijn kan enkel beraadslagen of beslissen als de meerderheid van de zitting-hebbende leden van de raad voor maatschappelijk welzijn aanwezig is.

Bij aanvang van de vergadering stelt de voorzitter vast dat het vereiste quorum is bereikt.  De aanwezigheden worden opgenomen in de notulen.

Artikel 13

De raad voor maatschappelijk welzijn kan echter, als hij eenmaal bijeengeroepen is zonder dat het vereiste aantal leden aanwezig is, na een tweede oproeping, ongeacht het aantal aanwezige leden, op geldige wijze beraadslagen en beslissen over de onderwerpen die voor de tweede maal op de agenda voorkomen.

In de oproep wordt vermeld dat het om een tweede oproeping gaat. In de tweede oproeping worden de bepalingen van artikel 26 van het decreet over het lokaal bestuur overgenomen.

Wijze van vergaderen

Artikel 14

§1. De voorzitter zit de vergaderingen van de raad voor maatschappelijk welzijn voor, en opent en sluit de vergaderingen.

Op de voor de vergadering vastgestelde dag en uur en zodra voldoende leden aanwezig zijn om geldig te kunnen beraadslagen, verklaart de voorzitter de vergadering voor geopend.

§ 2. Het laten deelnemen van derde personen aan de vergadering is slechts toegelaten in de gevallen voorzien in het DLB. Buiten deze gevallen kunnen derden bij de behandeling van een bepaald agendapunt slechts toegelaten worden met het oog op het verstrekken van informatie, toelichtingen en/of technische adviezen inzake materies, waarin zij uit hoofde van hun vorming, kwalificatie en /of beroepservaring als deskundig worden erkend. Bovendien dienen zij door de voorzitter uitgenodigd te worden. Zij kunnen in geen geval deelnemen aan de besluitvorming.

Artikel 15

§1. De voorzitter van de raad voor maatschappelijk welzijn geeft kennis van de tot de raad gerichte verzoeken en doet alle mededelingen die de raad aanbelangen.

De raad voor maatschappelijk welzijn vat daarna de behandeling aan van de punten die vermeld staan op de agenda, in de daardoor bepaalde volgorde, tenzij de raad er anders over beslist.

§ 2. Een punt dat niet op de agenda van de raad voor maatschappelijk welzijn voorkomt, mag niet in bespreking worden gebracht, behalve in spoedeisende gevallen.

Tot spoedbehandeling kan enkel worden besloten door ten minste twee derde van de aanwezige leden. De namen van die leden en de motivering van de spoedeisendheid worden in de notulen vermeld.

Artikel 16

§ 1. Nadat het agendapunt werd toegelicht, vraagt de voorzitter van de raad voor maatschappelijk welzijn welk lid aan het woord wenst te komen over het voorstel.

De voorzitter verleent het woord naar de volgorde van de aanvragen en, ingeval van gelijktijdige aanvraag, naar de rangorde van de raadsleden.

§ 2. Indien de raad voor maatschappelijk welzijn deskundigen wenst te horen, bepaalt de voorzitter van de raad wanneer ze aan het woord komen.

De voorzitter kan aan de algemeen directeur vragen om toelichtingen te geven.

Artikel 17

Het woord kan door de voorzitter niet geweigerd worden voor een rechtzetting van beweerde feiten.

In de volgende gevallen en volgorde wordt het woord verleend bij voorrang op de hoofdvraag, waarvan de bespreking aldus wordt geschorst :

1° om te vragen dat men niet zal besluiten;

2° om de verdaging te vragen;

3° om voor te stellen dat een ander dan het in bespreking zijnde probleem bij voorrang zou behandeld worden;

4° om te eisen dat het voorwerp van de beslissing concreet zou omschreven worden;

5° om naar het reglement te verwijzen.

Artikel 18

Niemand mag onderbroken worden wanneer hij spreekt, behalve voor een verwijzing naar het reglement of voor een terugroeping tot de orde.

Als een raadslid van de raad voor maatschappelijk welzijn, aan wie het woord werd verleend, afdwaalt van het onderwerp, kan alleen de voorzitter hem tot de behandeling van het onderwerp terugbrengen. Indien na een eerste verwittiging het lid verder van het onderwerp blijft afdwalen, kan hem het woord door de voorzitter ontnomen worden. Elk lid, dat in weerwil van de beslissing van de voorzitter, tracht aan het woord te blijven, wordt geacht de orde te verstoren.

Dit geldt eveneens voor hen, die het woord nemen zonder het te hebben gevraagd en bekomen, en die aan het woord blijven in weerwil van het bevel van de voorzitter.

Elk scheldwoord, elke beledigende uitdrukking en elke persoonlijke aantijging worden geacht de orde te verstoren.

Artikel 19

De voorzitter is belast met de handhaving van de orde in de raadsvergadering.

De handelingen die hij in dit verband stelt, worden opgenomen in het zittingsverslag.

Elk raadslid dat de orde verstoort, wordt door de voorzitter tot de orde teruggeroepen. Elk lid dat tot de orde werd teruggeroepen, mag zich verantwoorden, waarna de voorzitter beslist of de terugroeping tot de orde gehandhaafd of ingetrokken wordt.

Artikel 20

De voorzitter kan, na een voorafgaande waarschuwing, elke toehoorder die openlijk tekens van goedkeuring of van afkeuring geeft of die op enigerlei wijze wanorde veroorzaakt, uit de zaal doen verwijderen.

De voorzitter kan bovendien een proces-verbaal opmaken tegen die persoon en dat proces-verbaal bezorgen aan het openbaar ministerie met het oog op de eventuele vervolging van de betrokkene.

Artikel 21.

Geen enkel raadslid mag meer dan tweemaal het woord nemen over hetzelfde onderwerp, tenzij de voorzitter er anders over beslist.

Artikel 22

Wanneer de vergadering rumoerig wordt, zodat het normale verloop van de bespreking in het gedrang wordt gebracht, kondigt de voorzitter aan dat hij, bij voortzetting van het rumoer, de vergadering zal schorsen of sluiten.

Indien de wanorde toch aanhoudt, schorst of sluit hij de vergadering. De leden van de raad moeten dan onmiddellijk de zaal verlaten.

Van deze schorsing of sluiting wordt melding gemaakt in de notulen.

Artikel 23

Nadat de leden voldoende aan het woord zijn geweest en indien hij oordeelt dat het agendapunt voldoende werd besproken, sluit de voorzitter de bespreking.

Wijze van stemmen

Artikel 24

§ 1. Voor elke stemming in de raad voor maatschappelijk welzijn omschrijft de voorzitter het voorwerp van de bespreking waarover de vergadering zich moet uitspreken.

Raadsleden kunnen op dat ogenblik verduidelijking over het punt vragen en/of hun standpunt toelichten

§ 2. De beslissingen worden bij volstrekte meerderheid van de geldig uitgebrachte stemmen genomen. De volstrekte meerderheid is gelijk aan meer dan de helft van de stemmen, onthoudingen, blanco en ongeldige stemmen niet meegerekend. Bij staking van stemmen is het voorstel verworpen.

Artikel 25

§1. De raad voor maatschappelijk welzijn stemt over het eigen deel van elk beleidsrapport.

§ 2. De raad voor maatschappelijk welzijn stemt telkens over het geheel van het eigen deel van het beleidsrapport.

In afwijking daarvan kan elk raadslid de afzonderlijke stemming eisen over een of meer onderdelen die hij aanwijst in het gemeentelijke deel van het beleidsrapport.  In dat geval mag de raad voor maatschappelijk welzijn pas over het geheel van zijn deel van het beleidsrapport stemmen na de afzonderlijke stemming.   ls deze afzonderlijke stemming tot gevolg heeft dat het ontwerp van beleidsrapport moet worden gewijzigd, wordt de stemming over het geheel verdaagd tot een volgende vergadering van de raad voor maatschappelijk welzijn. Als de gemeenteraad voordien zijn deel van het beleidsrapport al had vastgesteld, vervalt die vaststelling en stelt de gemeenteraad het gewijzigde ontwerp van beleidsrapport vast op een volgende vergadering.

Artikel 26

§1 De stemming verloopt als volgt:

1°De voorzitter opent de stemming.

2° Vóór het sluiten van de  elektronisch stemming, verzoekt de voorzitter de raadsleden die zijn ingelogd en die niet hebben gestemd, om alsnog hun stem uit te brengen.

3°Heeft een raadslid zich bij het elektronisch uitbrengen van zijn stem vergist, dan kan men dit nog rechtzetten voor de voorzitter het resultaat van de stemming bekend maakt. Men doet dit door mondeling zijn gewijzigd stemgedrag kenbaar te maken.

4°De voorzitter sluit de stemming, neemt de uitgebrachte stemmen op en maakt de uitslag van de stemming bekend.


§2. ​Het elektronisch stemmen gebeurt door middel van het elektronisch stemsysteem. Het raadslid is ingelogd en volgt de instructies zoals aangegeven in de software en handleiding.

Artikel 27:

De leden van de raad voor maatschappelijk welzijn stemmen niet geheim, behalve in volgende gevallen:

1° de vervallenverklaring van het mandaat van leden van de raad voor maatschappelijk welzijn en de lid van het vast bureau;

2° het aanwijzen van de leden en het beëindigen van deze aanwijzing van de  bestuursorganen van het OCMW en van de vertegenwoordigers van het OCMW in overlegorganen en in de organen van andere rechtspersonen en feitelijke verenigingen;

3° individuele personeelszaken.

Artikel 28

§1. De openbare stemming gebeurt in principe elektronisch, zonder naamafroeping.

§2. De openbare stemming gebeurt bij handopsteking wanneer door een technisch defect het elektronisch stemmen onmogelijk is. De stemming bij handopsteking geschiedt als volgt. Nadat de voorzitter het voorwerp van de stemming heeft omschreven zoals bepaald in art. 24, § 1 van dit reglement vraagt hij achtereenvolgens welke gemeenteraadsleden ‘ja’ stemmen, welke ‘neen’ stemmen en welke zich onthouden.

Elk raadslid kan slechts één maal zijn hand opsteken om zijn keuze duidelijk te maken.

§3. De openbare stemming gebeurt mondeling van zodra een derde van de aanwezige raadsleden

hierom verzoekt. (art. 34 Decreet Lokaal Bestuur)

De mondelinge stemming geschiedt door elk raadslid ‘ja’, ‘neen’ of ‘onthouding’ te laten uitspreken.  Zij doen dat volgens hun plaats in de vergaderzaal te beginnen vanaf de rechterhand van de voorzitter van de  raad voor maatschappelijk welzijn. De voorzitter stemt als laatste.

Wanneer er na de stem van de voorzitter evenveel stemmen voor als tegen het voorstel zijn, dan is er staking van stemmen en is het voorstel verworpen (behalve in de gevallen van art. 31 van dit reglement). De stem van de voorzitter is niet doorslaggevend bij staking van stemmen.

Artikel 29 

§1. De geheime stemming gebeurt elektronisch.

§2. De geheime stemming gebeurt met stembrief wanneer door een technisch defect het elektronisch stemmen onmogelijk is en de anonimiteit van het raadslid niet kan worden gewaarborgd.

Artikel 30

§1. In geval van geheime stemming met stembrieven wordt alvorens tot de stemopneming over te gaan, het aantal stembriefjes geteld. Stemt dit aantal niet overeen met het aantal raadsleden die aan de stemming hebben deelgenomen, dan worden de stembriefjes vernietigd en wordt elk raadslid uitgenodigd opnieuw te stemmen

§2. Het indienen van een blanco stembriefje houdt een onthouding in.

​§3. Stembriefjes waarop met andere dan de ter beschikking gestelde schrijfmiddelen is gestemd  of waarop teksten, tekeningen of andere markeringen zijn aangebracht, worden als ongeldig beschouwd.

§4. Ieder raadslid is gemachtigd de regelmatigheid van de stemopnemingen na te gaan.

Artikel 31

Voor elke benoeming tot ambten, elke contractuele aanstelling, elke verkiezing en elke voordracht van kandidaten wordt tot een afzonderlijke stemming overgegaan. Als bij de benoeming, de contractuele aanstelling, de verkiezing of de voordracht van kandidaten de vereiste meerderheid niet wordt verkregen bij de eerste stemming, wordt opnieuw gestemd over de twee kandidaten die de meeste stemmen hebben behaald.

Als bij de eerste stemming sommige kandidaten een gelijk aantal stemmen behaald hebben, dan wordt de jongste kandidaat tot de herstemming toegelaten. Personen worden benoemd, aangesteld, verkozen of voorgedragen bij volstrekte meerderheid van stemmen. Bij staking van stemmen heeft de jongste kandidaat de voorkeur.

Notulen en zittingsverslag

Artikel 32

§1. De notulen van de raad voor maatschappelijk welzijn vermelden, in chronologische volgorde, alle besproken onderwerpen, alsook het gevolg dat gegeven werd aan die punten waarover de raad voor maatschappelijk welzijn geen beslissing heeft genomen.

Zij maken eveneens duidelijk melding van alle beslissingen. Behalve bij geheime stemming of bij unanimiteit, vermelden de notulen voor elk raadslid of hij voor of tegen het voorstel heeft gestemd of zich onthield.  Een raadslid kan vragen om in de notulen de rechtvaardiging van zijn stemgedrag op te nemen.

§ 2. De zittingsverslagen van de vergaderingen van de  raad voor maatschappelijk welzijn vermelden, in chronologische volgorde, alle besproken onderwerpen, de essentie van de tussenkomsten en van de mondeling en schriftelijk gestelde vragen en antwoorden. Het zittingsverslag is een audio opname van de openbare zitting van de raad voor maatschappelijk welzijn.

§ 3. Als de raad voor maatschappelijk welzijn een aangelegenheid overeenkomstig artikel 4, §2 en artikel 5 van dit reglement in besloten vergadering behandelt, vermelden de notulen alleen de beslissingen en wordt niets is het zittingsverslag opgenomen.

Artikel 33

§ 1. De notulen en het zittingsverslag van de vergadering van de raad voor maatschappelijk welzijn  worden onder de verantwoordelijkheid van de algemeen directeur opgesteld overeenkomstig de bepalingen van artikel 277 en 278 van het decreet over het lokaal bestuur.

§ 2. Elk raadslid voor de raad voor maatschappelijk welzijn heeft het recht tijdens de vergadering opmerkingen te maken over de redactie van de notulen  van de vorige vergadering. Als die opmerkingen door de raad voor maatschappelijk welzijn worden aangenomen, worden de notulen in die zin aangepast.

Als er geen opmerkingen worden gemaakt, worden de notulen en het zittingsverslag als goedgekeurd beschouwd en worden ze door de voorzitter van de raad voor maatschappelijk welzijn en de algemeen directeur ondertekend. In het geval de raad voor maatschappelijk welzijn bij spoedeisendheid werd samengeroepen, kan de gemeenteraad beslissen om opmerkingen toe te laten op de eerstvolgende vergadering.

Als er opmerkingen zijn op het zittingsverslag van de vorige vergadering maken deze automatisch deel uit van het zittingsverslag van de vergadering, waarop deze worden geformuleerd.​

§ 3. Zo dikwijls de raad voor maatschappelijk welzijn het gewenst acht, worden de notulen geheel of gedeeltelijk staande de vergadering opgemaakt en door algemeen directeur en de meerderheid van de aanwezige raadsleden ondertekend.

§4. De goedgekeurde notulen worden op de gemeentelijke webstek gepubliceerd.  Daarnaast wordt het integrale audioverslag van de openbare vergadering, ter vervanging van het zittingsverslag, ter beschikking gesteld via een webtoepassing.  De openbare audioverslagen worden via de webtoepassing ter beschikking gesteld binnen de 5 werkdagen na de respectievelijke zitting.

§ 5. Teneinde een goede kwaliteit van audioverslag te kunnen garanderen dienen raadsleden om de beurt het woord te nemen.  De voorzitter duidt het volgende raadslid aan dat het woord mag nemen door dat raadslid duidelijk bij naam te noemen.  Vooraleer het woord te nemen verzekert het raadslid dat het woord neemt zich ervan dat zijn microfoon aanstaat (rood lichtje aan) en dat de microfoon van de vorige spreker uitstaat (rood lichtje uit).  Het raadslid dat het woord neemt spreekt vervolgens luid en duidelijk in de microfoon.

Artikel 34

§ 1. De reglementen, beslissingen, akten, brieven en alle andere stukken worden ondertekend zoals bepaald in artikel 279 tot 283 van het decreet over het lokaal bestuur.

§ 2. De stukken, die niet vermeld worden in artikel 279, §1 tot §3 en §5 van het decreet over het lokaal bestuur, worden ondertekend door de voorzitter van het vast bureau en medeondertekend door de algemeen directeur. Zij kunnen deze bevoegdheid overdragen conform artikel 280 en artikel 283 van het decreet over het lokaal bestuur.

Fracties

Artikel 35

Het raadslid of deraadsleden die op eenzelfde lijst verkozen zijn, vormen één fractie. Een onderlinge vereniging tot één fractie of de vorming van twee fracties is mogelijk, uiterlijk op de installatievergadering, in de gevallen en op de wijze vastgelegd in art. 36, §2 van het decreet over het lokaal bestuur.

Raadscommissies

Artikel 36

Binnen het OCMW wordt er niet gewerkt met commissies ​

Vergoedingen raadsleden

Artikel 37

§1 Aan de raadsleden, met uitzondering van de burgemeester en de schepenen, wordt presentiegeld verleend voor volgende vergaderingen waarop zij aanwezig zijn:

1° de vergaderingen van de raad voor maatschappelijk welzijn die niet aansluit op een vergadering van de gemeenteraad;
2° de vergadering waarvoor men in principe recht op presentiegeld heeft maar waarvoor het aanwezigheidsquorum niet werd bereikt;
3° de vergaderingen die slechts gedeeltelijk werden bijgewoond, doch waarbij het raadslid deelnam aan minstens de stemming van minstens de helft van de agendapunten;
4° de vergaderingen die werden hervat. Indien er 2 vergaderingen plaatsvinden op dezelfde dag, zal er slechts voor 1 vergadering presentiegeld uitbetaald worden, ongeacht of beide vergaderingen op zichzelf recht geven op presentiegeld.​

Indien er 2 vergaderingen plaatsvinden op dezelfde dag, zal er slechts voor 1 vergadering presentiegeld

uitbetaald worden, ongeacht of beide vergaderingen op zichzelf recht geven op presentiegeld.


§2.  De vaststelling van het presentiegeld maakt het voorwerp uit van aparte raadsbeslissingen.

Artikel 38

§1. Conform de dienstverlening, zoals bepaald in dit reglement, hebben de raadsleden op het gemeentehuis toegang tot telefoon en internet, en kunnen ze kopieën bekomen van gemeentelijke bestuursdocumenten. In een daartoe voorbehouden lokaal kunnen de diverse raad voor maatschappelijk welzijn fracties alle nodige informatie inkijken.

§2. Raadsleden kunnen de kosten van studiedagen of vormingscursussen, ingericht door overheidsinstanties, onderwijsinstellingen of de VVSG, terugvorderen van het gemeentebestuur, voor zover deze cycli of studiedagen noodzakelijk zijn voor de uitoefening van hun mandaat. Deze kosten moeten worden verantwoord met bewijsstukken.

De terugvorderbare kosten mogen niet buitensporig zijn en moeten vergelijkbaar zijn met deze van vormingsinitiatieven voor gemeente- en OCMW-personeel. Ze betreffen in principe enkel vormingscycli of studiedagen in het binnenland. Er worden geen kosten vergoed voor het behalen van bijkomende diploma’s.

De relevantie en de kostprijs van de vorming worden beoordeeld door de algemeen directeur.

§. 4. Het OCMW sluit bij een toegelaten verzekeringsmaatschappij een polis af die bestemd is om de burgerlijke aansprakelijkheid en rechtsbijstand te waarborgen die persoonlijk rust op de raadsleden, burgemeester en schepenen naar aanleiding van de lichamelijke, materiële of immateriële schade die ze berokkenen aan derden bij de normale uitoefening van hun mandaat. 

Verzoekschriften

Artikel 39
§ 1.Iedere burger heeft het recht verzoekschriften, door een of meer personen ondertekend, schriftelijk bij de organen van de gemeente in te dienen. Een verzoek is een vraag om iets te doen of te laten. Uit de tekst van het verzoekschrift moet de vraag duidelijk zijn. De organen van het OCMW zijn de raad voor maatschappelijk welzijn, het vast bureau, het bijzonder comité voor de sociale dienst, de voorzitter van de raad voor maatschappelijk welzijn, de voorzitter van het bijzonder comité voor de sociale dienst, de algemeen directeur en elk ander orgaan van het OCMW dat als overheid optreedt.
§ 2. De verzoekschriften worden aan het orgaan van het ocmw gericht tot wiens bevoegdheid de inhoud van het verzoek behoort. Komt een verzoekschrift niet bij het juiste orgaan aan, dan bezorgt dit orgaan het verzoek aan de juiste bestemmeling.
§ 3.Verzoekschriften die een onderwerp betreffen dat niet tot de bevoegdheid van het OCMW behoort, zijn onontvankelijk. Verzoekschriften die duidelijk tot de bevoegdheid van de gemeente behoren, worden overgemaakt aan het bevoegde orgaan van de gemeente. De indiener wordt daarvan op de hoogte gebracht.
§ 4.Een schriftelijke vraag wordt niet als verzoekschrift beschouwd als:
1° de vraag onredelijk is of te vaag geformuleerd;
2° het louter een mening is en geen concreet verzoek;
3° de vraag anoniem, d.w.z. zonder vermelding van naam, voornaam en adres, werd ingediend;
4° het taalgebruik ervan beledigend is. Het orgaan of de voorzitter van het orgaan maakt deze beoordeling. Hij kan de indiener om een nieuw geformuleerd verzoekschrift vragen dat wel aan de ontvankelijkheidsvoorwaarden voldoet.

Artikel 40
§1.Is het een verzoekschrift voor de raad voor maatschappelijk welzijn, dan plaatst de voorzitter van de raad voor maatschappelijk welzijn het verzoekschrift op de agenda van de eerstvolgende raad voor maatschappelijk welzijn indien het minstens 14 dagen vóór de vergadering werd ontvangen. Wordt het verzoekschrift later ingediend, dan komt het op de agenda van de volgende vergadering.
§2. De raad voor maatschappelijk welzijn kan de bij hem ingediende verzoekschriften naar het vast bureau of naar het bijzonder comité voor de sociale dienst verwijzen met het verzoek om over de inhoud ervan uitleg te verstrekken. §3. De verzoeker of, indien het verzoekschrift door meerdere personen ondertekend is, de eerste ondertekenaar van het verzoekschrift, kan worden gehoord door het betrokken orgaan van het ocmw. In dat geval heeft de verzoeker of de eerste ondertekenaar van een verzoekschrift het recht zich te laten bijstaan door een persoon naar keuze.
§4. Het betrokken orgaan van de gemeente verstrekt, binnen drie maanden na de indiening van het verzoekschrift, een gemotiveerd antwoord aan de verzoeker of, indien het verzoekschrift door meer personen ondertekend is, aan de eerste ondertekenaar van het verzoekschrift.

Artikel 41
§1. Er kunnen plaatsvervangers worden aangeduid die de effectieve leden van het bijzonder comité vervangen als die afwezig zijn. Deze plaatsvervangers moeten lid zijn van de raad voor maatschappelijk welzijn en worden aangewezen door een meerderheid van de leden van de raad die de voordrachtakte ondertekend hebben van het effectieve lid van het bijzonder comité voor de sociale dienst.
§2. De aanduiding van de plaatsvervangers gebeurt door per lid van het bijzonder comité van de sociale dienst een ondertekende verklaring af te geven tegen ontvangstbewijs aan de algemeen directeur. De algemeen directeur zorgt voor een kennisgeving hiervan op de eerstvolgende raad voor maatschappelijk welzijn. De aanduiding is geldig vanaf de datum vermeld op het ontvangstbewijs.”

Artikel 2.: 
het huishoudelijk reglement treedt in werking vanaf heden en heft alle andere reglementen ter zake op.


Artikel 3.: 
het dossier voor verdere afhandeling bezorgen aan het vast bureau en dienst  secretariaat (= dossierbeheerder)


Stemmingen

Aanwezig: Yannick Rombauts ( ), Wendy Dyck ( ), Suzanna Van heugten ( ), Alfons Vekemans ( ), Bert Rousseau ( Lid van de Raad voor Maatschappelijk Welzijn ), Chris De Veuster ( ), Christiaan Van Tongelen ( ), Dirk Schoovaerts ( ), Glenn Smets ( ), Greta Van Asbroeck ( ), Inge De Bie ( Lid van de Raad voor Maatschappelijk Welzijn ), Ingrid Aerts ( ), Inne De Wachter ( ), Jeroen De Cuyper ( Lid van de Raad voor Maatschappelijk Welzijn ), Katia Lepée ( ), Maarten Op de beeck ( ), Mieke Fransen ( ), Nick Vercammen ( Lid van de Raad voor Maatschappelijk Welzijn ), Peter Gysbrechts ( Lid van de Raad voor Maatschappelijk Welzijn ), Rina Van Looy ( ), Roger Janssens ( ),